Het verhaal van mijn eerste Brit
27 April 2015, een datum die in mijn geheugen gegrift staat. De dag waarop ik mijn beste vriend verloor. Garfield kwam bij ons als laatste kitten van zijn nest, met een gekrulde staart, want die was gebroken in de baarmoeder. Mijn moeder vroeg zich af wat ik en mijn jongere zus in dit katje zagen. Maar zoals dat wel vaker gaat met kleine kinderen, waren we meteen verkocht aan dat kleine blauwgrijze speelvogeltje, ook al had hij die gekke krulstaart.
De tijd ging voorbij. De zussen groeiden, en Garfield ook. Een stoere kerel met een indringende blik. Garfield kon je niet bepaald een lieve kater noemen. Sociaal genoeg, maar geen knuffelbeer. Des te meer vormde hij een vertrouwde huisgenoot die je begroette als je thuis kwam en steeds weer in je buurt opdook.
Eens ik de 21 jaar gepasseerd was, was het tijd voor mijn kat en ik om te verhuizen. We namen samen met Yannick onze intrek in een klein apartementje in Antwerpen. Hier, weg van de drukte van het ouderlijke huis, ontdooide onze stoere bink langzaam maar zeker. De euforische rush die ik voelde toen hij voor het eerst écht op mijn schoot kwam liggen is er een om nimmer te vergeten.
Toen we een jaartje later onze intrek namen in een 2 slaapkamer appartement was een klein broertje of zusje voor Garfield iets waar ik van droomde. Uiteraard moest ik hiervoor mijn wonder-charmes gebruiken om ook Yannick van dit geweldige idee te overtuigen.
Eind december was het dan eindelijk zo ver. We kozen een tweede katje, Victor, als vriendje voor Garfield. Aangezien Garfield meer dan zes jaar alleen koning te rijk was, was het met een klein hartje afwachten of hij dit jonkie wel zou accepteren. Na een beetje geblaas en geronk in het begin, sloot Garfield zijn kleine broertje in zijn hart, op z'n Garfields weliswaar. Knuffelen en wassen was er zeker niet bij, maar stoeien en achtervolgen des te meer. Een dik jaar heeft Garfield van het gezelschap mogen genieten en genieten deed hij zeker. De grumpy Garfield van vroeger was niet meer en de grote stoere man werd een zachte knuffelbeer. Die zijn kopje dicht tegen mijn voorhoofd drukte als ik het even moeilijk had en die je vragend aankeek als je jas aandeed en je sleutels pakte.
Op een avond in april kwamen Yannick en ik thuis van een bezoekje aan mijn ouders en overal lagen hoopjes braaksel. In eerste instantie dachten we dat een van de twee bengels weer iets had gepikt van buiten op het kattenterras en dit had opgegeten. De volgende morgen gedroeg Garfield zich vreemd. Hij reageerde niet echt op onze stemmen en wilde niet meer echt eten. zelfs zijn favoriete snoepjes lieten hem koud. Dit klopt niet, dacht ik. Dit klopt écht niet. Ongerust belde ik naar de DA voor een afspraak. Zo snel mogelijk. Eens bij de DA moest ik Garfield achterlaten. Hij was uitgedroogd en moest via een infuusje wat aansterken. Bloed moest naar het labo. De volgende dag was er de uitslag. Slecht nieuws. Garfield had nierfalen en zijn levenskwaliteit verslechterde met de minuut. De DA liet me de keuze. Mee terug naar huis voor het weekend nog samen of de harde beslissing om hem meteen te laten inslapen. Inslapen? Nierfalen? Pijn? Ik kon het haast niet geloven. Mijn onoverwinnelijke vriend die in zijn 8 jaar nog geen enkel kwaaltje of pijntje had opgelopen was aan het einde van zijn leven. Ik nam hem mee naar huis. Ik kon de beslissing niet nemen. Ik moest mezelf mentaal voorbereiden.
Ik weet nog steeds niet of het een goede beslissing was om hem terug mee te nemen. Ik heb dat weekend amper gegeten of geslapen, elk uur dat maandag dichterbij kwam was een helse stap dichter bij het onvermijdelijke. Maar ik had mijn jongen bij me. Ik hield hem met arendsogen in de gaten en wou hem steeds dicht bij mij.
Maandag was het dan zover. Geen weg terug. Garfield had enorm veel pijn. De spuit die ik hem zondag voormiddag nog gegeven had tegen de pijn was volledig uitgewerkt. Zo zielig vond ik hem. Toen de DA hem het spuitje zetten, duurde het een hele tijd voor Garfield zachtjes in slaap viel. Of misschien leek dat alleen maar zo. Toch bleef ik bij hem. Tot het allerlaatste moment.
"They say memories are golden,
Well, maybe that is true.
I never wanted memories.
I only wanted you.
In life I loved you dearly,
In death I love you still.
In my heart you hold a place
that no one else could fill.
I am gonna miss you, my special boy.
I am gonna miss you"